3 mei, Michael Forrester: Geologie van Seaton Sluice tot Tynemouth

 

Carboon en Perm aan de Noordoost kust van Engeland

Michael is geoloog en met zijn vrouw lid van onze afdeling. Hij gaat vertellen over een klein stukje van de Engelse Oostkust met het achterland, waar hij als student zeer bijzondere fenomenen heeft gezien.

Figuur 8.1)  Algemene geologische kaart en stratigrafische secties van het kustgebied tussen Tynemouth en Seaton Sluice met de in de tekst genoemde plaatsen

Het gebied tussen Tynemouth en Seaton Sluice ( Foto Figuur 8.1 ) ligt aan de zuidkant van de kustvlakte van Northumberland. Het is een gebied met lage, relatief vlakke grond bedekt met een laagje gletsjerglazuur , gemodificeerd door laatglaciale en postglaciale solifluctie . Als gevolg hiervan worden de onderliggende massieve rotsen uit het Boven-Carboon- en Perm-tijdperk alleen blootgelegd in steengroeven, rotswanden, rotsachtige landtongen en op door golven uitgesneden platforms.

Dit stuk kust biedt een van de best belichte sequenties van Westfaalse B-steenkoolmaatregelen overal in Groot-Brittannië. De opeenvolging bestaat uit ongeveer 115 m schalie, moddersteen, siltsteen en zandsteen, gerangschikt in verticaal gestapelde verruwing-opwaartse reeksen afgedekt door een zitaarde en steenkoollaag, afgewisseld met een aantal prominente geul- en verspreide zandlichamen in de monding, elk genoemd naar hun ontsluitingslokatie. 

Figuur 8.2 Westfaalse B-kolenmetingen stratigrafie tussen Tynemouth en Seaton Sluice. De pijlen geven de stroomrichting aan van de stromingen die verantwoordelijk zijn voor de afzetting van elk groot  zandlichaam.

Typische opeenvolgingen van steenkoolhoudende facies bestaan ​​uit (van onder naar boven): (1) zwarte schalie die vis- en plantenresten bevat plus zoetwater-tweekleppige dieren ; (2) ritmisch gestreepte donkergrijze mudstone en siltstone, die naar boven overgaan in fijnkorrelige zandsteen, met daarin holen, gegolfde kruislaminering en enkele kleinschalige trog-kruisbedding; (3) ijzersteenhoudende zitaarde met kleine worteltjes en verspreide stigmaria; en (4) steenkool. Sporenfossielen en plantenfragmenten komen vaak voor, maar lichaamsfossielen blijven over het algemeen beperkt tot de zoetwatermosselbanden boven steenkoollagen.


In de schalies en modderstenen komen ijzersteenbanden en knobbeltjes voor, waarvan sommige een kegel-in-kegel- structuur.


Schalies met een kegelvormige kegelstructuur. Ze zijn samengesteld uit concentrische kegels die in elkaar zijn genest.





IJzerstenen ontsluitingen op het strand, herkenbaar aan hun rode of oranje kleur te midden van de zandstenen.

 

 



12 april, Gijs van Dijk: De Messiniaanse Zoutwatercrisis

 Let op: deze avond is op 12 april.

Zes miljoen jaar geleden sluit de Middellandse Zee zich af van de Atlantische Oceaan. Verdamping neemt de overhand en de Middellandse Zee verandert in een serie van kleine afgesloten zoute meertjes. Deze Messiniaanse zoutcrisis is al tientallen jaren onderwerp van onderzoek vanuit een breed scala aan aardwetenschappelijke disciplines. Een van de onzekerheden die onderzoekers blijvend bezighoudt is de kwantificering van zeespiegelschommelingen, met name in de laatste fase van de crisis, ook wel de Lago-Mare genoemd. Hoe verliep de overgang naar een grotendeels open verbonden Middellandse Zee ten tijde van het Plioceen?

De evolutie van mariene toegangspoorten en zeestraten oefent een grote controle uit op bodemstroming afzettingssystemen. Een bekend interval in de geologische geschiedenis dat wordt gekenmerkt door frequente veranderingen in de mariene connectiviteit is de Messinian Salinity Crisis (5,97 tot 5,33 miljoen jaar geleden), toen de Middellandse Zee een grote daling van de zeespiegel (> 1 km) zou ervaren, gevolgd door een catastrofale aanvulling van de zee aan de basis. van de Zanclean. Er bestaat controverse rond de timing en de wijze van deze gebeurtenis, aangezien er tot nu toe nooit ondubbelzinnige overstromingsafzettingen zijn geboord of herkend in ontsluitingen. In het Siciliaanse Caltanissetta-bekken (Italië) ligt de grens tussen Messinië en Zanclean direct onder de Arenazzolo-formatie.

figuur 1


(A) Drievoudig stratigrafisch schema voor de MSC, met een onderverdeling in drie hoofdfasen (Roveri et al). PLG, primair ondergips; RLG, geresedimenteerd ondergips; UG, Bovengips. (B) Scenario van een geïsoleerde, met meren bezaaide Middellandse Zee tijdens fase 3. (C) Alternatief scenario van een bijna volledige en (tenminste gedeeltelijk) verbonden Middellandse Zee. (B) en (C) zijn gewijzigd naar Attenborough  (1987).

Dit 5 tot 7 meter dikke zandige sedimentaire interval kan een genetische link onthullen met het abrupt opnieuw vullen van de Middellandse Zee, maar op dit moment ontbreekt een gedetailleerd onderzoek om de oorsprong ervan te begrijpen. In dit werk is de Arenazzolo-formatie bij Eraclea Minoa bestudeerd met behulp van een aanpak met meerdere methoden, waarbij gebruik wordt gemaakt van gedetailleerde faciesbeschrijving, korrelgrootteanalyses,  petrografische analyses en paleostroomanalyses. Paleogeografische reconstructies en faciesassociaties laten zien dat het zand van de Arenazzolo-formatie tijdens een overtreding op de noordelijke flank van het Gela-stuwfront werd afgezet door aanhoudende bodemstromingen, parallel aan de regionale hellingsfysiografie. 

Fig. 2


(A) Vereenvoudigde geologische kaart van Sicilië. (B) Schematische geologische dwarsdoorsnede door Centraal-Sicilië, afgeplat op de grens tussen Mioceen en Plioceen. Drie Messiniaanse eenheden (PLG, primair ondergips; RLG, geresedimenteerd ondergips; UG, bovengips) komen overeen met de drie fasen afgebeeld in figuur 1A . (C) Stratigrafisch logboek van de bovenste RUG in Eraclea Minoa, met vermelding van de intervallen die in detail zijn bestudeerd (secties ERA/ERB/ERC/ER6/CR). Alle panelen zijn aangepast naar Manzi et al . (2009). 

Er wordt verondersteld dat deze stromingen verband houden met de actieve circulatie van oppervlakte- en tussenliggende watermassa's, gelijktijdig met een terminale vloed in Messinië, toen de randen van het bekken overstegen en er een herverbinding tussen het westelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied ontstond. De Arenazzolo-formatie is een uniek voorbeeld van een contourafzetting gevormd door bodemstromingen die ontstaan ​​tijdens het opnieuw verbinden van grote geïsoleerde waterlichamen.

In deze lezing bespreekt Gijs de sedimentologie van de prachtige afzettingen aan de zuidkust van Sicilië en plaats ik hun vormingsproces in de context van de meest recente inzichten over de Messiniaanse zoutcrisis.

1 maart, LET OP!!!! Gewijzigd programma. Paul van Olm met de lezing Sardinië

In de lezing over Sardinië gaat Paul in op de vele schitterende kanten van dit fascinerende (ei)land. Niet alleen de geologie komt aanbod, maar ook de prehistorie en de jongere geschiedenis. Geologisch heeft Sardinië heel veel te bieden.

Geologisch overzicht kaart Sardinië

Het eiland heeft een Hercynisch basement met in het Noorden grote graniet intrusies, maar ook metamorfose en zelfs ofiolieten kunnen we er aantreffen. Paleozoïsche sedimenten komen in de twee lobben in het Zuiden voor, dit is het gebied van niet alleen de oude fossielen als stromatolieten en trilobieten en o.a. graptolieten, maar ook is hier de -indertijd- grootste Europese mijnbouw ontwikkeld.
Er zijn 7 grote mineralogische vormingsfasen geweest met hydrothermale aanrijking.
Dat leidde tot de grootste zilvermijnen van Europa, al in de Romeinse tijd, maar ook andere metalen koper, zink, tin, lood werden er gedolven, tot na WOII de gehele mijnbouw instortte. 


Grot van Corbeddu-Sondaar








Het Mesozoïcum wordt vertegenwoordigd door het karstgebergte in het Midden Oosten van het eiland.
Hier deed de Universiteit Utrecht 10 tallen jaren paleontologisch onderzoek aan de (laat Pleistocene) eilandfauna die in één van de beroemdste karstgrotten van het eiland gevonden is. 

De plaattektoniek speelt in de ontwikkeling een grote rol, niet alleen bij de Hercynische gebergtevorming, maar ook bij de ongelofelijke snelheid waarmee het blok Sardinië/Corsica zich in het Tertiair bewogen heeft om in een paar miljoen jaar een “reis” van honderden kilometers te maken grenst aan het ongelofelijke.


Een gevolg van die snelle beweging was dat de aardkorst tot op grote diepte opengescheurd werd waardoor gigantische hoeveelheden lava over het eiland in de vorm van basaltplateaus en pyroklastische afzettingen werden afgezet. Ook werd toen de grote centrale vlakte, de Campidano, gevormd. Nu het agrarische hart van dit verder niet erg vruchtbare eiland.

Het Thyrrenien (eigenlijk een midden-ijstijd vergelijkbaar met het Noord-Europese Eemien) vinden we op vele plaatsen langs de kust in de vorm van een hoge (10 m) terrasafzetting boven het strand gevuld met de gewone toerist.

Naast bovenstaande wil ik ook nog ingaan op de geschiedenis van de mijnbouw, de boeiende prehistorie van de trotse Nuraghi (de oorspronkelijke) bewoners die jarenlang de Romeinen buiten de deur wisten te houden. Waar heb ik dat meer gehoord? Asterix ?


2 februari 2024, Algemene Ledenvergadering

 De ALV is uitsluitend toegankelijk voor de leden van de afdeling West-Friesland

5 januari 2024, Paul Hille: Otodus megalodon: Jaws in het kwadraat

 

Deze lezing (powerpoint)gaat over de evolutie van haaien en zoemt in op de (evolutie van) de beruchte haai Otodus megalodon. Deze haai die er waarschijnlijk uitzag als een grote versie van de witte haai (mensenhaai) kon zo groot worden als een lijnbus.


De tanden konden zo groot worden als een mensenhand en zijn de droom voor iedere haaientandenverzamelaar. Er zijn verschillende visies op het ontstaan van deze haaiensoort en tevens over de relatie met de recente witte haai. Dit wordt in deze lezing behandeld evenals enkele hoogtepunten in de evolutie van de haaien. Ook worden bijvoorbeeld verschillen tussen haaien en beenvissen aangegeven en de manieren waarop men tot de wetenschappelijke indeling van haaien komt. Uiteindelijk komen ook theorieën aan bod die een verklaring (pogen te) geven voor het uitsterven van Otodus megalodon.

Omvang 

De vin die op de rug van een zestien meter lange megalodon prijkte, was naar schatting 1.62 meter hoog. Het hoofd van de haai mat 4.65 meter. En de staartvin zou in totaal maar liefst 3.85 meter hoog zijn geweest. Dat is te lezen in het blad Scientific Reports. Een nauwkeurige inschatting maken van de totale omvang van een megalodon – officieel aangeduid als Otodus megalodon – is nog niet zo gemakkelijk. De fossiele resten die de megahaai – die tussen 23 en 3 miljoen jaar geleden leefde – voornamelijk heeft achtergelaten, zijn namelijk driehoekige tanden (die overigens net wat groter zijn dan een mensenhand). En op basis van een tand kun je niet zomaar zeggen hoe groot de haai geweest moet zijn. Meer details op: Scientific Reports.

Wie was de vijand van de megalodon?

Mogelijk dat het uitsterven van de megalodon samenviel met de opkomst van een soort die veel kleiner was, maar zeker niet minder geducht: de witte haai, die zo’n vier miljoen jaar geleden zijn opwachting maakte. Ook uit een onderzoek uit 2022 van het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology in Duitsland blijkt dat de witte haai en de megalodon jaagden op dezelfde prooidieren, en dat dat de megalodon mogelijk de das omdeed. Het is moeilijk in te schatten wat er precies is voorgevallen onder het wateroppervlak en dus is er meer onderzoek nodig om met sluitend bewijs te komen.

Er zal door Paul Hille literatuur meegenomen worden evenals een aantal fossielen ter illustratie.

1 december 2023, Erik Cammeraat: Kunnen we de woestijn tegenhouden? Erosie, landdegradatie en landschapsontwikkeling in droge landschappen

 

Erosie is een proces dat we in veel landschappen tegenkomen. Dit kan zowel natuurlijke erosie zijn als door de mens veroorzaakte erosie. Aan de hand van een aantal voorbeelden uit drogere mediterrane ecosystemen (Zuid Spanje, Zuid Afrika) zal ik ingaan op de verschillende factoren die daarbij een rol spelen in zowel natuurlijke, als gecultiveerde landschappen. Naast de mens speelt ook  vegetatie een belangrijke rol bij de uitbreiding degradatie processen, door verdwijnen van vegetatie of successie door invasieve soorten, of door aanplant.

In Zuid-Spanje is landdegradatie een belangrijke factor in de geomorfologische ontwikkeling van het landschap, wat zich uit in de uitbreiding van gebieden met geul- en rilerosie en bodemverlies.  Oorzaken zijn te vinden in klimaatverandering, landbouwtechnieken, landverlating, verzilting, verdroging en overexploitatie van grondwater. Ook in Zuid-Afrika spelen diezelfde processen een rol en worden degradatie processen versneld door menselijke processen en ook invasie van exotische plantensoorten.  In hoeverre kunnen we voorkomen dat deze gebieden zich verder uitbreiden en wat voor strategieën kunnen we hiervoor toepassen?

Geulerosie in landbouwveld na intensieve bui nabij Zarcilla de Ramos bij Murcia. De geploegde bovengrond met ingezaaid wintergraan is volledig weggespoeld. De ploegvoren in de droge en verharde bodem onder de geploegde bovengrond zijn duidelijk zichtbaar.


Het stuwmeer Val de Infierno in het Lorcabekken in Murcia is vol gelopen met sediment en bevat nauwelijks nog water







Rilerosie tijdens een heftige bui in Cañada Hermosa, Murcia

27 oktober 2023, Jack Lanting: Een reis langs de actieve, Italiaanse vulkanen

 Introductie: 

Jack Lanting studeerde begin jaren tachtig af aan wat toen nog RU Utrecht heette. Structurele Geologie met bijvakken Economische geologie en Sedimentologie. Na zijn afstuderen schoolde hij zich om tot automatiseerder en werkte vervolgens bij meerdere organisaties. Gedurende deze jaren deed hij niets met de tijdens de geologiestudie opgedane kennis. In 2000 attendeerde een vriendin hem op Georeizen en in datzelfde jaar ging hij als deelnemer mee op de ondertussen fameuze Italiaanse Actieve Vulkanenreis.  Deze trip enthousiasmeerde hem dusdanig dat hij actief reisbegeleider werd bij Georeizen. In de daaropvolgende jaren begeleidde hij meerdere vulkanisch georiënteerde reizen, veelal met zijn vaste reispartner Hans Oude Nijhuis.

Deze presentatie is een reisverslag van een excursie langs Italië's actieve vulkanen. Van de vier vulkanische provincies die Italië telt bespreken we de zuidelijkste twee: de Campaanse en de Siciliaanse provincies. 
De beruchte Vesuvius wordt niet ten onrechte als zeer gevaarlijk geclassificeerd. 

                                                                                    De Campi Flegrei (brandende velden)
echter zijn de werkelijke monsters. Deze laatste vormen namelijk een ‘supervulkaan’. 
De Eolische eilanden lijken een lieflijk toeristenparadijs, maar onderschat het zure vulkanisme van Vulcano niet, ook Stromboli vergt af en toe dodelijke slachtoffers. 

De Campi Flegrei bestaat uit een flauwe, ronde laagte in het land met een diameter van 12 tot 14 kilometer.


Ondanks de flankerupties van de Etna (die geregeld hele dorpen bedreigen), maakt ‘Il Mongibello’ door zijn gering explosieve karakter (rustig uitvloeiende lava) nauwelijks menselijke slachtoffers.

Verwoestende lavastroom van 1981 in de richting van Ragalna en Nicolosi; © JSN Lanting

Vulcano, Stromboli, Etna en Vesuvius zijn zo’n beetje de beroemdste vulkanen op aarde. De “eeuwige” erupties van Stromboli gaven hem zijn bijnaam “vuurtoren van de Middellandse Zee, de Etna ligt waarschijnlijk ten grondslag aan het verhaal over Polyphemus in de Odysseus, en nieuws over de uitbarstingen van deze laatste vonden in de afgelopen decennia vrijwel altijd hun weg naar de internationale media. Plinius de Jongere legde in 79 AD de vernietigende uitbarsting van de Vesuvius vast en sindsdien heeft het dreigende gerommel van deze vulkaan menig zondige Napolitaan tot vrome gelovige weten te bekeren. Vulcano zelf, de ”smidse van Vulcan”, heeft zijn naam aan vrijwel iedere Europese taal gegeven. Meer dan welke andere vulkanen ter wereld ook, leverden de Italiaanse vulkanen de afgelopen 2.000 jaar de westerse wereld hun beeltenissen, angsten, fascinaties en eerste ideeën over de oorsprong van vulkanisme. Rijk aan mythen, goden, duivels en heiligen, hebben hun dikwijls spectaculaire en veelsoortige uitbarstingen de mens altijd angst ingeboezemd en tegelijkertijd gefascineerd.